Onze nieuwe showroom
Op 28 november was het eindelijk zover. Open dag van de trimsalon en onze splinternieuwe showroom/distributieruimte voor de webwinkel en DogsCare Natuurvoeding. Zoals u op de foto’s kunt zien, is het een mooie ruimte geworden. Door deze ruimte hebben we de mogelijkheid gekregen het assortiment brok en vers vlees voer uit te breiden Het volledige overzicht kunt u lezen op onze webwinkel www.dogscare.nl. Ook heeft u nu de mogelijkheid om kleding en hals en leibanden te passen.
|
|
Een ruim assortiment aan verzorgingsartikelen
|
Lei en halsbanden in alle soorten en maten
|
|
|
|
U heeft de mogelijkheid om eerst te passen.
|
Een ruim assortiment voer.
|
(regen)kleding voor iedere hond
|
Uiteraard krijgt ook hier iedere klant van de trimsalon 10% korting op het gehele assortiment van Petra’s Choice. Wilt u een keer komen kijken, stap gerust eens binnen.
|
Epilepsie bij honden
Epilepsie is het herhaald optreden van toevallen. Meestal komen die aanvallen met een zekere regelmaat van gemiddeld eens per maand. Treden ze vaker op, dan zijn medicijnen noodzakelijk.
Aanvallen ontstaan doordat er in de hersenen bepaalde signalen niet worden afgezwakt. In normale gevallen worden in de hersenen een heleboel signalen ontvangen, verwerkt en verzonden. Het wordt allemaal automatisch in de juiste banen geleid. Als een hond epilepsie heeft, worden de signalen niet allemaal op de juiste manier verwerkt. Ze hopen zich als het ware op en op een bepaald moment komen ze tot een uitbarsting in de vorm van een aanval. De hond zelf merkt daar in principe weinig van.
Er bestaan twee soorten epilepsie: primaire epilepsie, ook wel idiopatische, genetische of 'echte' epilepsie genoemd en secundaire epilepsie, waarbij een aanwijsbare oorzaak te vinden is.
Epilepsie bestaat zoals al eerder verteld uit het herhaaldelijk optreden van aanvallen. Bij honden zijn er drie soorten aanvallen te onderscheiden:
- Partiële aanvallen, waarbij bepaalde delen van het lichaam betrokken zijn, zoals bijvoorbeeld stuiptrekken, vlieghappen, zenuwtrekjes in het gezicht of het trekken met een oor.
- Gegeneraliseerde aanvallen, ook wel grand mal genoemd. Deze aanvallen bestaan uit twee fasen: de tonic en de clonic fase. De tonic fase is herkenbaar aan het omvallen van het dier, verlies van bewustzijn, het verstijven van de poten en krampen van het hele lichaam. Soms stopt ook de ademhaling. Deze fase duurt gewoonlijk ongeveer 10-30 seconden. De clonic fase bestaat uit het bewegen van het hele lichaam, waaronder het heftig bewegen van de poten (het zogenaamde 'lopen'). Bij beide fasen kan ook de controle over blaas of darmen wegvallen en kan er salivatio optreden. In sommige gevallen verschijnt er schuim om de mond.
- Atypische aanvallen, welke niet in te delen vallen bij de vorige twee soorten.
De meeste aanvallen zijn in drie fasen in te delen:
De prodrome is de beginfase voor de werkelijke aanval. Hierin treedt een bewustzijnsverandering op. De hond is onrustig en vertoont soms afwijkend gedrag. Het dier kan aanhankelijker worden, of zich juist terugtrekken. Soms is er een vreemde blik in de ogen te zien. De prodrome kan enkele minuten tot enkele dagen aanhouden. Enkele seconden tot enkele minuten voor de feitelijke ictus (zie hieronder) vindt de aura plaats, een kortdurend vreemd gedrag, of raar kijken van de hond.
De ictus is de werkelijke aanval, waarin dus de tonic en de clonic fase optreden. De hond valt om, verstijfd gedurende een korte periode (± 30 seconden), gevolgd door ontspanning, waarbij krampen en heftige beweging met de poten optreed. De ictus duurt ongeveer 1-3 minuten.
De postictale fase is de periode na de aanval. De hond komt bij bewustzijn, krabbelt overeind en is meestal een poosje de kluts kwijt. Sommige honden hebben extreme honger of dorst. Vaak zien ze slecht en hebben moeite met bewegen. Enkele honden zijn vlak na de aanval overactief en anderen zijn juist geheel uitgeteld. De post-ictale fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.
WAT TE DOEN ALS...
... mijn hond een aanval heeft. Blijf rustig en doe zo weinig mogelijk. U kunt de aanval toch niet meer stoppen. Probeer niet tijdens een aanval medicijnen toe te dienen; dit is zinloos en gevaarlijk. Verwijder andere honden uit de kamer of hou ze uit de buurt. Praat zachtjes tegen uw hond. Probeer niet het hoofd vast te houden; uw hond maakt onwillekeurige bewegingen en kan middels het klappen van de kaken een beet veroorzaken. Dit is ook de reden dat u NIET de bek vast moet houden of een "bekbandje" moet aanleggen, zoals door ondeskundigen nog wel eens wordt aangeraden om een tongbeet te voorkomen. Een tongbeet komt echter zelden voor en het dichtbinden van de bek is derhalve enkel een onnodige belasting voor uw hond. Zorg ervoor dat uw hond zich niet kan bezeren aan meubilair of scherpe voorwerpen.
... de voorgeschreven medicijnen niet (goed) werken. U kunt overwegen het medicijn meerdere keren per dag te geven. Dus in plaats van twee keer daags drie keer daags. Zorg er wel voor dat de totale hoeveelheid medicijn gelijk blijft. Probeer ook de giften zo gelijk mogelijk over de dag te verdelen: twee maal daags betekend dus elke 12 uur en drie maal daags betekend elke 8 uur. Mocht deze wijziging ook niet effectief zijn, overleg dan met uw dierenarts om de spiegel te bepalen en/of eventueel een ander medicijn te proberen.
... mijn hond geopereerd moet worden. Vertel uw dierenarts dat uw hond epilepsie heeft en eventueel medicijnen krijgt. De toediening van de medicijnen mag niet gestaakt worden. Ook bij het nuchter blijven moet uw hond de medicijnen krijgen toegediend. Vraag uw dierenarts rekening te houden met de narcose; een aantal anesthetica kan aanvallen opwekken.
... mijn hond zijn medicijnen uitbraakt. Als uw hond kort na het toedienen de medicijnen uitbraakt en u ziet dat de tabletten nog vrijwel intact zijn, dan kunt u een nieuwe dosis toedienen. Zit er echter een (korte) periode tussen het toedienen en het uitbraken, en ziet u de tabletten niet (meer), dan is het verstandig de helft van de normale dosis toe te dienen, om te voorkomen dat de spiegel te ver daalt. Op het eerstvolgende toedien-tijdstip geeft u dan weer de volledige dosis.
... de aanvallen niet stoppen. Schakel direct diergeneeskundige hulp in! Uw hond kan in een status epilepticus verkeren en niet tijdig ingrijpen kan het leven van uw hond in gevaar brengen!
|
Hondenmassage
Door aanraking van je hond ben je bezig met communiceren. Elk lichaamsdeel heeft een eigen betekenis bij aanraking. Bij aanraking van de schedel laat je zien dat je duidelijk zijn meerdere bent. Als je zijn rug aanraakt ben je nog steeds zijn meerdere maar je laat zien dat je zin hebt om te spelen. Aanraking op zijn flank betekent dat je vriendschappelijk met hem om wilt gaan. De nek en kin aanraken verstevigt de band tussen jullie beide. Als u uw hond seksueel wil opwinden moet u vooral zijn borst en liezen kriebelen een reu kan hierdoor makkelijk een erectie door krijgen. Onder de buik aaien word aanbevolen voor bange en onzekere honden aangezien je door deze aanraking hun ego opkrikt. Samen met strelingen op zijn schedel geef je een onzekere hond weer zekerheid in het leven. Gaat je trouwe viervoeter op zijn rug liggen en biedt hij zijn buik aan bevestig zijn onderdanigheid door hem over zijn buik te aaien. Op deze manier bevestig je de rangorde positie tussen jullie beide.
Probeer eens het volgende, leg je hand op de rug of schouder van de hond niet aaien alleen aanraken. De ene hond zal weglopen de ander gaat vervelend doen geeft niks gewoon laten gaan. Doe dit meerdere keren op een dag vooral niet dwingen of aanhouden als de hond niet wil. Hij gaat deze aandacht prettig vinden en zal zodra je een hand op zijn schouder legt naar je gaan kijken.
Na verloop van tijd gaat de hond ook contact zoeken met jou. Praat niet tegen de hond maar kijk hem alleen vriendelijk aan. Nu heb je de basis voor een natuurlijke verstandhouding met je hond.
Een hond vindt het heerlijk als hij gestreeld wordt. Als je een hond eraan went om hem elke dag even te borstelen, zal de band met je hond steeds beter en intenser worden. Het effect wordt nog beter als je de hond gaat masseren.
De TTouch methode is een makkelijk zelf aan te leren techniek. Een massage techniek die een positieve invloed heeft op uw hond. Om zelf een begin te maken met massage kun je alvast enkele eenvoudige massage technieken gaan toepassen. De simpelste techniek is strijken. Als de hond voor je staat ga je met beide handen aan weerskanten van de hond in een vloeiende beweging van nek naar achterhand. Na enkele keren kun je voorzichtig de druk iets vergroten. Een strijkbeweging langzaam uitvoeren en de duimen langs de ruggengraat houden. Als de hond op zijn zij ligt kun je dezelfde beweging uit voeren alleen dan begin je met één hand vanaf de nek en strijk je naar de achterhand. Zodra je bij de achterhand bent ga je met je andere hand naar de nek en maak je er een doorgaande beweging van. Op dezelfde manier als hierboven kun je met een hand cirkelvormige bewegingen maken. Kleine cirkels met de klok mee langs het lichaam van de hond. Met je duim en wijsvinger kun je langs de rand van de oren kleine cirkels maken altijd naar het uiteinde van de lichaamsdelen toewerken. Door langs de ruggengraat voorzichtig te drukken kun je een begin maken met drukpuntmassage. De duimen langs de ruggengraat plaatsen licht drukken en een duimbreedte opschuiven. Ook langs de rand van het oor kun je met duim en wijsvinger voorzichtig drukken.
Als de hond zich ontspannen en veilig voelt kan het best gebeuren dat hij in slaap valt. Een hond kan van een goede massage net zo genieten als een mens.
|
Begroeten bij thuiskomst
Een van de fijne eigenschappen van een hond is dat hij altijd weer blij is als u thuiskomt. Kwispelend staat hij achter de deur om u welkom te heten. En uw thuiskomst moet gevierd worden: even kroelen, neuscontact maken, een speeltje in de bek pakken en misschien wel tegen u opspringen. Deze blijdschap is vertederend, maar het kan helaas ook uitlopen op een hinderlijk en luidruchtig springfestijn.
Elkaar begroeten vormt voor honden een belangrijk deel van hun sociale gedrag. Als leden van de roedel weg zijn geweest, en zich opnieuw bij de roedel voegen moet er begroet worden. Niet alleen uit vriendelijkheid, maar vooral om de sociale structuur van de groep te bevestigen of opnieuw vorm te geven als er veranderingen zouden zijn. Is de leider nog steeds de leider? Heeft een ieder nog dezelfde positie in de roedel? Pas als dat allemaal weer bevestigd is kan de roedel verder functioneren.
Bij onze huishonden is er ook sprake van een rituele begroeting als u tijdens het wandelen een andere hond tegenkomt. Eerst moet er uitgebreid gesnuffeld worden, pas later kan er samen gespeeld of verder gewandeld worden. Door het begroeten is er duidelijkheid ontstaan over elkaars rol en gemoedstoestand, en met die informatie kunnen de honden verder.
Thuis zien we ook begroetingsgedrag bij onze honden. Als u weg bent geweest, of ’s ochtends beneden komt, moet er begroet worden. Zo’n begroeting versterkt de onderlinge band en u bevestigt ongemerkt tevens uw rol als leider. Tenminste, als het goed is. Want gek genoeg laat een echte hondse roedelleider de begroeting wat stoïcijns over zich heenkomen. Hij laat zich begroeten maar is zelf niet uitbundig.
Dat is ook het advies wat de laatste jaren aan hondeneigenaren gegeven wordt: houd de begroeting rustig en kort. Hoe uitbundiger u bent, hoe drukker de hond wordt. Hij kan gaan blaffen, springen, zelfs in u gaan happen uit pure opwinding. Ook al probeert u hem te kalmeren door hem rustig toe te spreken, of juist te corrigeren door op hem te mopperen of commando’s als ‘laag’ te roepen, dit maakt het meestal alleen maar erger. Elke reactie van u, positief of negatief, is namelijk een bevestiging van zijn gedrag. U neemt actief deel aan het begroetingsritueel en dat houdt het gedrag in stand.
Bij jonge pups kan een te uitbundige begroeting zelfs leiden tot zogenaamde ‘onderdanigheidsplasjes’ waarbij de pup zich op de rug werpt en wat urine laat lopen. De meeste pups groeien wel over dit gedrag heen, maar de pup bij thuiskomst zoveel mogelijk negeren verhelpt dit probleem snel.
Honden hebben van nature behoefte aan een begroetingsritueel met u en met andere honden. Begroeten bevestigt de band, en maakt elkaars positie duidelijk. Om te voorkomen dat uw hond bij thuiskomst verandert in een drukke maniak, wordt tegenwoordig geadviseerd de begroeting van uw hond rustig en kort te houden. Hoe leuk het ook is dat onze hond blij is ons weer te zien, een onderkoelde reactie van u bevestigt juist uw leidersrol.
|
|
|
|
Leven als kat en hond
De uitdrukking “leven als kat en hond” komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Katten en honden zijn nu eenmaal zeer verschillende diersoorten, die elkaar door hun verschillen in karakter en manier van communiceren niet altijd even goed kunnen begrijpen. Toch zijn er waarschijnlijk talloze voorbeelden in ieders omgeving, waarbij hond en kat prima samen kunnen leven of zelfs dikke maatjes zijn. De gemakkelijkste situatie is die, waarin hond en kat van jongst af aan met elkaar opgegroeid zijn. Pups kunnen tijdens een kennismaking in de socialisatie periode, de leeftijd van 3 tot 12 weken, in principe overal aan wennen en dat geldt ook voor kittens in de leeftijd van 2 tot 7 weken. Maar de realiteit is natuurlijk meestal dat minstens één van de twee dieren ouder is bij de introductie van de nieuwe huisgenoot. Afhankelijk van het karakter van de hond en het karakter van de kat vergt de introductie van een kat bij een hond of andersom meer of minder intensieve begeleiding van de mens. Immers, wij begrijpen iets van beide diersoorten en kunnen met behulp van deze kennis als een soort ‘bemiddelaar’ optreden.
COMMUNICATIE VERSCHILLEN
Honden en katten spreken als het ware een verschillende taal. Dit leidt tot misverstanden onderling. Zo is een kat die met opgeheven staart loopt op zijn gemak en ontspannen. Een hond die met een opgestoken staart loopt straalt dominantie uit, is juist uiterst gespannen en kan zelfs tot de aanval overgaan. Een hond die de oren plat naar achteren legt kan angstig zijn of onderdanig, bij een kat kunnen naar achteren gedraaide oren eveneens op angst wijzen, maar ook op agressie en aanvalsbereidheid. Wanneer de hond op de rug gaat liggen en dus de buik bloot geeft, geeft hij zich over en verwacht hij met dat gedrag de agressie van de ander af te wenden. Een kat die op de rug ligt met de buik naar boven is juist bereid om nog even door te gaan met de vechtpartij, waarbij de kat fel kan uithalen met de achterpoten. Een hond kan onderdanige signalen afgeven, een kat toont zijn overgave met de vlucht. Voor de meeste honden is een wegrennende kat juist de ultieme stimulans voor zijn jachtinstinct. Van nature hebben honden nu eenmaal de neiging om achter snel bewegende voorwerpen of dieren die bij hen vandaan gaan aan te rennen. Meestal worden de honden ook nog eens beloond voor dit jachtgedrag, omdat slechts enkele katten het lef hebben om dan juist te blijven staan en eens flink uit te halen.
VOORKOM CONFLICTEN
Juist omdat honden en katten op verschillende manieren communiceren, is het gemakkelijk om in een vicieuze cirkel te komen als hond en kat elkaar eenmaal in de haren zijn gevlogen. Bovendien kunnen ze elkaar behoorlijk beschadigen. Liever voorkomen dus dat dit gebeurt. Hoe doen we dat? We moeten in ieder geval een aantal basisprincipes hanteren. Ten eerste moeten we ten alle tijden proberen te voorkomen dat de hond als een idioot achter de kat gaat aanjagen. Ten tweede moeten we ervoor zorgen dat hond en kat elkaar gaan associëren met leuke dingen, lekker eten bijvoorbeeld. Ten derde is het van belang dat zowel de hond als kat een eigen plekje in huis heeft waar hij of zij zich veilig voelt en zich kan terugtrekken zonder ‘belaagd’ te worden door zijn of haar nieuwe huisgenoot. Er is overigens ook nog verschil of er een kat geïntroduceerd wordt in een huis waar reeds een hond leeft of andersom. Een hond voelt zich veel minder snel bedreigd door een nieuwkomer in huis dan een kat, omdat hij als het ware in een roedel leeft en zich gesteund voelt door de leden van de roedel (u en uw gezin dus). Een kat moet (in zijn beleving) in zijn eentje een heel territorium verdedigen en zal zich dan ook veel eerder bedreigd en onzeker voelen door veranderingen in dat territorium. Het hangt natuurlijk heel sterk van het karakter van de hond en/of kat af, of er eerder sprake zal zijn van agressief gedrag of juist angstig gedrag. Houd er rekening mee dat er honden zijn, die nooit in harmonie zullen kunnen leven met een kat. Dit zijn de zogenaamde notoire kattenmeppers, oftewel de honden die al jaren achter iedere kat aanjagen die ze in beeld krijgen en daarvoor al jaren worden beloond met een wegrennende ‘prooi’.
TIPS
De eerste kennismaking tussen hond en kat moet zo rustig mogelijk verlopen. Nodig niet alle buren uit om de nieuwkomer te komen bewonderen, zorg dat alleen de vaste gezinsleden erbij zijn. Vooral niet teveel opwinding en/of lawaai. Met name katten kunnen daardoor erg gestresst raken. Ga niet teveel focussen op de kat. Dit kan de kat gestresst maken en de hond jaloers doen worden.
Als de kat de nieuwkomer is, houd de kat dan de eerste dagen in een bench. Zet de kat in de bench bijvoorbeeld op een tafel. In ieder geval wat hoger dan vloer. Katten voelen zich meer op hun gemak als ze zich op een hoger gelegen niveau bevinden. Hoe zekerder de kat zich voelt, hoe kleiner de kans is dat hij gaat blazen of dreigen naar de hond. Bovendien kan de kat zo niet wegrennen en daarmee het jachtinstinct van de hond prikkelen.
Laat niet toe dat de hond tegen de bench op gaat springen of gaat staan blaffen tegen de kat. Probeer beide dieren af te leiden door het geven van iets lekkers of leidt de hond af met zijn favoriete speeltje. Prijs en beloon de hond als hij in de buurt van de bench komt en zich netjes gedraagt. Doe datzelfde bij de kat.
Als de hond de nieuwkomer is, houd dan de eerste periode de hond in de bench. Het kan helpen uw hond een voor de kat positieve geur te geven. Een spray als Feliway® kan hierbij helpen. Deze spray bevat geurstoffen die katten afscheiden als ze zich op hun gemak voelen.
Geef hond en kat tegelijk hun maaltijden. Probeer de hond steeds dichter bij de bench van de kat te laten eten of vice versa. Samen eten verbroedert en als hond en kat in elkaars nabijheid normaal durven te eten, dan is dat een teken dat ze ontspannen zijn in elkaars nabijheid.
Na een week kunt u de kat voor het eerst uit de bench laten. Doe dat op een moment dat de hond even niet thuis is. Zo geeft u de kat de kans om zijn omgeving te verkennen.
Als de kat een paar keer de kans heeft gehad om de omgeving rustig te verkennen zonder dat de hond erbij is en de hond en de kat reageren inmiddels normaal op elkaar (dus geen geblaf of gegrom of geblaas naar elkaar) dan is de tijd daar om kat en hond bij elkaar te laten: haal de kat uit de bench en zet hem op tafel (of iets anders hoogs). Laat dan de hond in de kamer. Eventueel laat u de riem aan bij de hond zodat u direct kunt ingrijpen als hij achter de kat aan gaat rennen. Bij een hond die goed onder commando staat hoeft dit natuurlijk niet.
Als de kat niet meer blaast en gromt tegen de hond, dan mag u de hond uit de bench laten. Probeer de hond af te leiden met bijvoorbeeld een balletje of een ander speeltje zodat hij de kat een beetje met rust laat. De meeste katten vinden de aanwezigheid van een hond wel best, zolang hij maar niet direct op hen afstuift.
Geef beide dieren de ruimte om elkaar te ontlopen, indien gewenst. Zorg dat beide dieren een eigen (slaap/lig)plek in huis hebben. Zet de kattenbak het liefst op een plek waar de hond niet bij kan.
Ten slotte:
Heb geduld. Ga niets forceren. Soms zijn kat en hond binnen enkele dagen aan elkaar gewend, soms duurt het enkele weken. Zijn er specifieke problemen waar u niet uitkomt, vraag dan advies aan uw dierenarts of gedragsdeskundige.
|
Nagels knippen aanleren bij de hond
Veel honden vinden nagels knippen niet fijn. Enkele honden verzetten zich zelfs hevig, of worden agressief. Een goede opvoeding omvat daarom ook uw hond te leren het nagels knippen kalm te ondergaan. Door uw hond er geleidelijk aan te laten wennen, en het te combineren met beloningen, leert uw hond dat het allemaal niet zo vervelend is. Als hij rustig blijft, levert het zelfs wat lekkers op!
Het aanleren van het toelaten om de nagels te knippen is niet erg moeilijk. Wel vraagt het wat tijd, geduld en inzet van u. Zeker wanneer uw hond al vele jaren gewend is zich hevig te verzetten, zal het aanleren kalm te blijven de nodige tijd vergen. Echter, wanneer u het aanleren zorgvuldig stap voor stap opbouwt en de tijd er voor neemt, is de kans van slagen erg groot.
Voor het aanleren van het nagels knippen kunt u het volgende stappenplan gebruiken.
Stappenplan:
• Zorg voor kleine stukjes lekkere beloning. Hoe moeilijker uw hond het nagels knippen vindt, hoe belangrijker het is om echt iets heel lekkers aan te bieden. Denk bijvoorbeeld aan kleine stukjes kaas, kip of worst.
• Geef uw hond eerst een paar keer wat lekkers voor het rustig blijven staan zonder dat u iets doet. Hiermee brengt u uw hond al in een rustige stemming.
• Raak één voor één de voeten kort aan, en geef na iedere aanraking wat lekkers, mits hij rustig blijft. Blijft hij niet rustig, dan wacht u tot de rust weer terug is. Mopper niet en forceer niets! Dit is heel belangrijk omdat uw hond het wel leuk moet vinden.
• Blijf het aanraken van de voeten herhalen totdat er totaal geen spanning bij uw hond is. Dit kan meerdere trainingssessies duren. Om deze oefening goed te laten verlopen is het belangrijk dat uw hond het tempo bepaalt. Pas als hij echt ontspannen blijft, gaat u door met de volgende stap.
• Til één voor één de voeten een stukje op, en geef na iedere voet wat lekkers, mits hij rustig blijft. Beloon naast het lekkers ook af en toe met uw stem: laat hem weten dat hij op de goede weg is!
• Bij het nagels knippen kan het handig zijn om de poten op te tillen zoals een hoefsmid dat bij een paard doet: met de pols of enkel gebogen zodat u de onderkant van de voet en nagels kunt zien.
• Wanneer de hond het rustig toelaat dat u zijn poot optilt, gaat u de tijdsduur dat u de voet vasthoudt rustig opbouwen. Begin met 1 of 2 tellen, en bouw rustig op tot 15 tellen. Trekt uw hond z’n voet terug, beloont u niet en doet u qua tellen een stapje terug naar een eerder niveau. U beloont alleen als de hond rustig blijft totdat u de voet zelf loslaat.
• Laat uw hond de nageltang zien, en geef gelijk wat lekkers. Pas als uw hond rustig blijft bij het zien van de tang, gaat u de tang combineren met aanraken.
• Pak een voet van de hond, en raak met de zijkant van de tang kort de voet aan. Let op: de voet, niet de nagels! De hond moet eerst wennen om door de tang aangeraakt te worden, en de voet is minder gevoelig dan de nagels. Vaak zult u toch zien dat de hond bij het aanraken de neiging heeft terug te trekken. Van knippen is dus nog helemaal geen sprake! Beloon pas als de hond rustig blijft terwijl u zijn voet vasthoudt, en hem (kort) met de tang aanraakt.
• Van het aanraken van de voet gaat u rustig verder naar het aanraken van een nagel met de tang. Nogmaals: aanraken, niet knippen! Begin met de achterpoten, die zijn minder gevoelig dan de voorpoten. Doe per voet steeds 1 nagel, maar wissel de nagels wel af. Beloon nog steeds voor iedere voet als uw hond rustig blijft.
• Bouw de oefening verder op door meerdere nagels per voet aan te raken voordat u beloont.
• Wanneer uw hond echt rustig blijft terwijl u zijn voet vasthoudt en met de tang zijn nagels aanraakt, gaat u verder door een klein stukje van één nagel af te knippen. Als dit goed gaat beloont u uitbundig. Ga niet gelijk verder met knippen, maar ga nog even verder met de oefening van het aanraken van de nagels. U kunt het beste beginnen met een nagel van de achterpoten, die zijn vaak minder gevoelig dan de voorpoten.
• Bouw de oefening verder op door meerdere nagels per voet te knippen voordat u beloont. Uiteindelijk kunt u rustig in één sessie alle nagels knippen.
• Hoe ver kunt u knippen? Bij een hond met witte nagels is het leven duidelijk te zien als roze kern van de nagel. Knip dichtbij maar niet in het leven, dat is pijnlijk en bloed behoorlijk. Bij een hond met donkere nagels is het lastiger te zien. Knip steeds hele kleine plakjes af. Vanaf de onderzijde van de nagel gezien, kunt u het holle deel van de nagel sowieso afknippen. Als in het knipvlak een donkerder puntje in het centrum te zien is, bent u dicht bij het leven en kunt u beter niet verder knippen.
• Houd de trainingen kort. Doe liever wat vaker een korte trainingssessie van 2,3 minuten dan één langere sessie per dag.
• Zorg er voor dat u niet te snel door het stappenplan gaat! Train op het tempo dat uw hond aangeeft. Ga pas verder als uw hond de handelingen een aantal trainingssessies achter elkaar zonder problemen toelaat. Als u te snel gaat moet u opnieuw beginnen, wat meer tijd vraagt en de kans op slagen laat afnemen.
De zorg voor een hond bestaat naast het uitlaten en eten geven ook uit lichamelijke verzorging. Borstelen, nagels knippen, gebit en oren schoonmaken enz. zijn allemaal zaken die regelmatig noodzakelijk zijn. Dat uw hond dit kalm ondergaat is echter helemaal niet zo vanzelfsprekend, maar wel aan te leren.
|
Zo makkelijk is dat...
schoonmaken van de ogen: Bij echt ontstoken ogen met etterige afscheiding moet men uiteraard naar de dierenarts. Bij licht geïrriteerde of vieze ogen moeten we ze zelf schoonmaken met gekookt afgekoeld water of lauwe thee. De richting van wrijven/schoonmaken is in tegenstelling tot bij mensen, vanaf de binnenste ooghoek in de richting van het oor. De hond heeft n.l een derde ooglid, dat is een vlies dat over het oog schuift als de hond slaapt. Maken we het oog op de zelfde manier schoon als bij ons zelf dan loop je kans dat er juist vuil onder dat vlies schuift waardoor je de kwaal misschien alleen maar verergert. Bij lichte irritatie wil vit.A-oogzalf (verkrijgbaar bij dieren-speciaalzaken) ook vaak helpen.
Bij witte honden die last hebben van tranende ogen, ontstaat er rood haar onder en rond de ogen
door een enzym in speeksel en traanvocht verkleurt het haar rood beetje vergelijkbaar met roest.
Dit kan men voorkomen door het haar bij de ooghoek wat vet te houden met b.v vaseline.
|
Vuurwerk!
Ook deze jaarwisseling eindigt ongetwijfeld knallend, maar veel van onze huisdieren raken in paniek door het vuurwerk. Waarschijnlijk associëren onze honden dit geknal met onweer en bliksem. Honden reageren daar zeer wisselend op, maar bij de zenuwachtige honden zien we de meeste reacties. Soms heftig blaffen, janken of paniek, maar vaak ook wegkruipend onder bed of in andere donkere hoeken van het huis. Een deel van de jachthonden is gefokt om te reageren op het schot van de jager, bij deze dieren speelt een erfelijke factor mee.
Wat kunt u doen
Als uw hond angstig reageert op vuurwerk, moet u hem/haar zo veel mogelijk negeren. Dit lijkt dieronvriendelijk maar door aandacht te geven, belonen we het angstige gedrag op het geknal. De volgende keer zal uw huisdier door angstig gedrag weer om aandacht vragen. Daarom doet u als baas, de roedelleider, alsof het knallen en flitsen heel normaal is (dus niet straffen en niet belonen.)
Hond op zijn eigen vertrouwde plaats laten liggen.
Hond rond oud en nieuw alleen maar aangelijnd uitlaten.
Licht aanlaten en gordijnen dicht (ramen ook) in de kamer waar het huisdier is.
Radio of tv kan ook aan (als daar geen geknal op is).
Paniekerige honden
Voor honden die erg paniekerig zijn kunnen kalmerende tabletjes als Amiqure-Stress goed helpen. AmiQure-Stress bestaat uit hoogwaardige natuurlijke ingrediënten die op een diervriendelijke manier stress reacties weet weg te nemen, zowel op de lange termijn, maar ook op de korte termijn. Belangrijk om te weten is dat amiQure-Stress kalmeert zonder te versuffen, niet verslavend werkt en daardoor langdurig kan worden gebruikt.
Gebruik: Voor normaal langdurig gebruik, dagelijks 1 tablet per 5 kg lichaamsgewicht. Voor preventief gebruik bijvoorbeeld bij reizen, oud en nieuw of andere gebeurtenissen die stress op kunnen leveren liefst 5 a 7 dagen voor aanvang starten met toediening. Amiqure-Stress is verkrijgbaar in de trimsalon en te bestellen op onze webwinkel www.dogscare.nl € 15,50 per 120 tabletten.
|
|